Invloed

De invloed van contactclown in mijn werk als zorgverlener?


Er is een mevrouw, laten we haar Ada noemen. Ada is heel eerlijk in haar emoties en in wat ze wel wil en wat niet. Het is vaak van haar gezicht af te lezen vind ik. Ada houdt niet van vreemde of nieuwe gezichten, ze snauwt deze mensen van zich af en kan schelden en zelfs slaan en echt lelijke dingen zeggen. Ze heeft goede dagen en slechte dagen.

Deze morgen wist ik nog niet wat voor dag ze had, ze lag nog op bed.

Wat ik wèl wist was dat ze de dag ervóór niet uit bed wilde en dat ze niet verzorgd wilde worden, ze liet de zorg niet toe. Dit houdt in dat ze een hele dag en nacht in haar eigen viezigheid lag, met het gevaar dat haar liezen nog meer geïrriteerd werden dan ze al waren. 


Mijn eerste actie was, met mijn collega afspreken dat ik graag Ada wilde verzorgen deze morgen en dat ik alleen met haar wilde zijn en dat ik daar alle tijd voor wilde nemen. Dit laatste is altijd een winpunt, tijd nemen.


Daar ging ik, de dag ervoor had ik een mooi kinderliedje met een fantastisch refrein gehoord en dat zong ik toen ik bij haar binnenkwam en zag dat ze wakker was. Ze draaide haar hoofd naar mij om, ik was nog wat op afstand, mijn liedje herhaalde ik en ze keek mij aan en ineens komt er een hele grote lach en strekte ze haar handen uit. Dat liet ik niet langs me heen gaan, dus ik was héél snel bij haar. Ze drukt mij tegen zich aan voor een dikke knuffel en een paar zoenen en met een grote zucht zegt ze, wat ben ik blij dat jij er bent. Ik beaam dat ik het ook blij ben om haar te zien en zing mijn liedje nog eens. De penetrante urine- en …geur probeer ik te negeren. Ik geef even helemaal aandacht aan haar en verder niets. Ik vraag of ik even haar mooie muziek aan mag doen, Don Williams is haar favoriet, en als de eerste klanken aanzwellen maak ik een dansje. Ik zeg dat ik deze muziek prachtig vind en of zij dat ook vindt? Zo genieten we even van muziek, van elkaar, in alle rust. Na een paar minuten vraag ik of ze wil wassen en aankleden, maar dat doe ik op mijn manier, met brabbelwoorden. Ze begrijpt er niets van en ik herhaal het nog eens en ik stop er een woord als ‘even poedelen’ in en ze begint weer te lachen en ze praat mij na en samen lachen we om de gekke brabbel woorden.

Ze zegt dat ze wel uit bed wil. Ik vertel haar rustig dat ik haar wil helpen en dat we het samen op bed gaan doen. Ada stemt met alles in en werkt echt heel goed mee. We maken grapjes en als er een voor mij bekend liedje van Don voorbijkomt, zing ik zachtjes mee terwijl ik haar pijnlijke liezen verzorg. Ada neuriet en zingt ook mee en soms raakt ze wat geëmotioneerd door de muziek en zegt ze dat dit haar favoriete liedje is. Ik zeg dat het ook een prachtig lied is en dat ik er ook zo van geniet.


We zitten samen even in een afgeschermde bubbel en ik geniet ervan dat ze blij is en ik haar pijnlijke plekken mag verzorgen zonder enig gemopper, ja pijn heeft ze, dat maakt haar niet vrolijk, haar gedrag kan hierdoor zó omslaan, maar dat wat er nù is, dat buit ik uit, zoveel mogelijk.


Op een gegeven moment hoor ik dat iemand de deur opendoet en vraagt of alles goed gaat. Ik merk meteen dat onze bubbel verstoord is, ik zeg niets, probeer de bubbel te behouden, neurie verder, steek mijn duim omhoog en wuif haar weg, ik blijf staan zoals ik sta om niets te verstoren. Misschien niet zo aardig, maar ik heb er veel voor over om Ada zonder negativiteit van haar kant of die van mij, in haar rolstoel te helpen. Ik gun het haar zo.


Dit gun ik iedereen. Een fijn verzorg moment. Een fijn contact.

Nu doe ik niet veel anders dan ik normaliter deed, maar door mijn ervaringen als contactclown zie ik steeds meer hoe belangrijk het is om bij de mens met breinschade tijd te nemen en oprechte aandacht te geven en aan te sluiten.


Ik ben ook gewoon een mens, soms lukt het mij ook niet.

Dan wil ik toch even kwijt dat je altijd weer kunt proberen. Geniet van de momenten dat het wèl is gelukt, als je samen plezier hebt gehad en toch iemand de zorg hebt kunnen geven die echt nodig was. Tja en dat Ada dan niet haar tanden wilde poetsen, dat is weer van latere zorg. Dat zet ik dan maar in de rapportage voor de volgende collega.


Ada zit in haar rolstoel en wil zelfs nog wel een luchtje op en dan krijg ik nòg meer knuffels en kusjes en rijd ik haar neuriënd naar de huiskamer waar ze haar ontbijt nuttigt. 

Zij glimlacht, ik glimlach, yeah!