
Ina
Ik was in opleiding voor contactclown. Ik had een lief handpopje via marktplaats op de kop getikt. Een egeltje. Helaas had hij een klein gaatje in zijn hoofd en ik heb hem daarom een pleister gegeven en de naam Kneusje gegeven. Kneusje ging vaak met mij mee naar het werk. Hij had een plekje in mijn tas en soms in mijn werkjasje.
Ik ben helpende bij een groep ouderen met een vorm van dementie.
Er is een mevrouw, laten we haar Ina noemen, die erg van katten houdt. Ze heeft verschillende kattenknuffels in een mandje liggen waar ze tegen praat. De robotkat heet Miep, vaak riep ze heel hard Miep, Miep.
Ina was vaak moeilijk te stimuleren om uit bed te komen, ze schreeuwt erg als je haar aanraakt en stribbelt tegen en ook is ze dan humeurig, wat de dagelijkse zorg ingewikkeld maakt en voor beide partijen niet prettig.
Deze dag waren mijn collega en ik meerdere malen bij haar naar binnen gelopen. Ina rook niet zo fris en gaf duidelijk aan niet uit bed te willen en met rust gelaten te worden. Dit hebben we gerespecteerd tot de tijd dat iedereen uit bed was en het tegen het middaguur liep.
Omdat ik net had geleerd in de rust en zonder verwachting, in de zin van iets moeten, aan te sluiten, heb ik Kneusje in mijn jasje gestopt. Ik heb tegen de collega gezegd dat ik naar Ina ging en dat ze mij even met Ina alleen moest laten. Ik gaf aan echt even de tijd met haar te nemen.
Voor Ina’s kamerdeur, zucht ik een paar keer en doe ik Kneusje aan mijn hand. Ik stap al neuriënd naar binnen en zak door mijn knieën voor het bed, op gezichtshoogte van Ina. Ina schuift haar dekbed nog iets verder omhoog en heeft een stuurs gezicht en haar ogen stijf dicht, ze ligt op haar zij naar mij toegedraaid. Ik blijf zachtjes neuriën en in het zichtveld van Ina begin ik te spelen met Kneusje. Na een momentje duwt Ina haar dekbed wat van haar gezicht en doet haar ogen open en heel snel weer dicht. Maar ik zie een iets veranderde gezichtsuitdrukking en ik blijf neuriën en met Kneusje in haar gezichtsveld spelen.
Ineens doet Ina haar ogen open en begint hard te lachen en te giebelen, haar hand komt onder het dekbed vandaan en reikt naar Kneusje en weer is daar de lach. Ze aait Kneusje en zegt Miep Miep en lacht er weer op los. Ik giebel en lach met haar mee, we gaan steeds harder lachen en dan zegt ze ineens dat ze moet plassen en dat ze naar de wc wil.
Dat is mijn teken om snel op te staan en te zeggen dat Kneusje en ik ook erg nodig moeten en of we samen zullen gaan. En zonder enig bezwaar stapt Ina uit bed, blijft lachen en Miep roepen naar Kneusje en vertrekken we alle drie naar de badkamer. Kneusje zat op een rekje in de badkamer toe te kijken. Ina laat zich verder vrolijk helpen bij het wassen en aankleden.
Hierna zit Ina fris en fruitig maar bovenal met een heel goed humeur aan tafel.
Niets verwachten maar afwachten en rust en tijd nemen waren de dingen die toen nodig waren bij Ina. Wassen en aankleden ging op deze manier heel soepel, allebei hebben we genoten, gelachen, gegiebeld.
Wie wil nou niet zo wakker worden en geholpen?
Een win win situatie.
En Kneusje gaat vanaf die tijd [bijna] altijd mee naar het werk, want je weet nooit wanneer hij weer nodig is.